Strategie, onderwijskunde en logistiek zijn bepalend voor de kwaliteit van leerinterventies en voor de waarde die Learning & Development toevoegt aan een organisatie. In het begrippenkader van het PPL-model beschrijven we dit als de drie kernprocessen van leren en ontwikkelen. In dit artikel staat het proces ‘onderwijskunde’ centraal.
Consultants Lisanne Kooij en Sietske Goldenbeld behandelen in een reeks artikelen de praktische toepassing van het PPL-model, voorbeelden uit de werkpraktijk en de verschillende posities en aandachtsgebieden van het model. TriamFloat heeft het PPL-model ontwikkeld om inzichtelijk te maken welke bijdrage leren en ontwikkelen levert aan een organisatie. In dit artikel lees je meer over het PPL-model.
Met het kernproces onderwijskunde bedoelen we alle activiteiten die een bijdrage leveren aan de realisatie van een leeroplossing. Van intakegesprek, advies en opleidingsontwerp, inkopen of ontwikkelen, tot en met het leveren en evalueren van leeractiviteiten.
Als je weet dat de Nijmeegse vierdaagse elk jaar in de derde week van juli georganiseerd wordt en welke routes je moet lopen, betekent dat nog niet dat je op de laatste dag lachend over de finish komt. Ook niet als je goede schoenen koopt of instructiefimpjes bekijkt van ervaren wandelaars. Je zult zelf kilometers moeten maken en ervaren hoe het is om meerdere dagen achter elkaar ver te lopen.
Kortom: om als lerende succesvol te zijn, is vaak meer nodig dan alleen kennis en aantrekkelijke middelen. Als L&D’er is het daarom belangrijk dat je in gesprek met jouw klant achterhaalt wat het echte probleem is dat opgelost moet worden. Zit dat in kennis? - “Als de medewerkers dit weten, zullen ze beter presteren” - Of heeft het (ook) te maken met vaardigheden, motivatie, communicatie, gewoontes en/of de omgeving van de medewerker? Dit moet je boven tafel zien te krijgen. De manier waarop je dit klantgesprek voert over leeroplossingen, hangt sterk samen met de positionering van leren en ontwikkelen binnen de organisatie:
Als je weet welk probleem er opgelost moet worden, hoe de gewenste situatie er concreet uitziet en wat het verschil is met de huidige situatie, kun je een leeroplossing (laten) ontwerpen en ontwikkelen. De manier waarop een keuze wordt gemaakt voor leermiddelen, is gerelateerd aan de positie van leren en ontwikkelen op het PPL-model. Bij deze keuze kunnen verschillende factoren doorslaggevend zijn:
In dit artikel over het kernproces logistiek beschreven we al dat de logistieke processen voor een groot deel bepalen of een leerinterventie succesvol is. Op het moment dat je gaat opleveren aan de business, is het dan ook belangrijk dat de logistiek goed op orde is en dat hier concrete afspraken over gemaakt zijn.
Als L&D’er ben je niet direct klaar op het moment van leveren. Je kunt zelfs stellen dat het echte werk nu pas begint. In een pilot stel je vast of de leeroplossing daadwerkelijk het antwoord is op de leervraag. Je doorloopt de PDCA-cyclus.
Na de pilotfase ga je als L&D’er over op beheer- en leveranciersmanagement. Het evalueren van leren is hierbij jouw focus. Dat kun je op verschillende niveaus doen. Het niveau van evalueren hangt wederom sterk samen met de positie van leren en ontwikkelen binnen de organisatie. Zo wordt in de kwantitatieve positie alleen op reactieniveau geëvalueerd - “Waren de kroketten lekker?” - en onderzoek je in de kwalitatieve positie of prestaties op de werkplek daadwerkelijk verbeteren na de ingezette leeroplossing. Het inzichtelijk maken van de bijdrage en impact van een leerinterventie op de organisatiedoelstellingen, is kenmerkend voor de volwassen positie.
Meer weten?
Het PPL-model helpt om te zien en te begrijpen wat de huidige positie is van leren en ontwikkelen binnen jouw organisatie en wat je kunt doen om te zorgen dat de onderwijskundige processen beter aansluiten op de gewenste positie.
Wil jij meer weten over het PPL-model? En ben je benieuwd of en hoe jouw organisatie dit model kan toepassen? Neem dan vrijblijvend contact op met Business Manager Marc van Kooten.