b'MENSENMedewerker ontwikkelt op basis van persoonlijke belangstelling of in opdracht van de leidinggevende. Medewerker wordt gezien als inwisselbaar. Hoe leert de medewerker?De leidinggevende stuurt de medewerker naar een opleiding, omdat hij vindt dat de medewerker zijn functie onvoldoende uitvoert. Of: de leidinggevende gunt de medewerker een opleiding die zijn persoonlijke belangstelling heeft, omdat de medewerker goed heeft gepresteerd. Leren wordt ingezet als middel om de medewerker te binden.Hoe ziet de organisatie de medewerker?Mensen zijn een middel om productiviteit te genereren; ze doen het werk. De taak of functie staat centraal, niet de mens. Medewerkers werken taakgericht. Verantwoordelijkheid van de medewerker is het volgen van de leidinggevende als het gaat om het goed uitvoeren van zijn taak. MIDDELENDe keuze voor de inzet van leermiddelen wordt per situatie gemaakt. Er zijn geen ondersteunende middelen. De leidinggevende beslist of de medewerker een opleiding mag volgen.Welke leermiddelen worden ingezet?Er is geen visie op inzet van leermiddelen. De keuze voor een specifiek leermiddel wordt impliciet en onbewust gemaakt. De keuze wordt eerder gemaakt op basis van de aantrekkingskracht van het leuk leermiddel, niet zo zeer op het doel dat men wil bereiken. De keuze is sterk afhankelijk van het individu dat het probleem aandraagt.Er is geen vast opleidingsaanbod. Het middel is de oplossing. Ingekochte digitale leermiddelen zijn standaard en snel te implementeren (plug-and-play). Offline leerinterventies zijn specifiek (diepgaand op n concreet probleem), of juist algemeen (standaardtrainingen, geen maatwerk). Het is niet per definitie zo dat er in deze positie weinig wordt geleerd. Er wordt niet bewust over het waarom en hoe nagedacht. Onbewust en informeel wordt er veel geleerd op de werkplek. Er vindt kennisoverdracht plaats zonder bewuste inzet van didactische kennis. Denk aan: werkinstructies en overdrachtsdocumenten, meester-gezel leren. Welke ondersteunende middelen worden gebruikt?Er zijn geen administratieve of ondersteunende middelen om leren mee te faciliteren. Er is geen LMS. Wie is verantwoordelijk voor het budget? Er is geen apart budget met duidelijke criteria voor toekenning voor opleidingen beschikbaar. Soms is het in de CAO vastgelegd en heeft iedere medewerker een persoonlijk opleidingsbudget. Als leermiddelen worden ingekocht, ligt het eigenaarschap bij de medewerker die een probleem wil oplossen, of bij de leidinggevende. Het besluit voor het inkopen van het leermiddel wordt expliciet door de leidinggevende genomen. Hiervoor zijn geen formele keuzerichtlijnen.7'