Page 1 Page 2 Page 3 Page 4 Page 5 Page 6 Page 7 Page 8 Page 9 Page 10 Page 11 Page 12 Page 13 Page 14 Page 15 Page 16 Page 17 Page 18 Page 19 Page 20 Page 21 Page 22 Page 23 Page 24 Page 25 Page 26 Page 27 Page 28 Page 29 Page 30 Page 31 Page 32 Page 33 Page 34 Page 35 Page 36 Page 37 Page 38 Page 39 Page 40 Page 41 Page 42 Page 43 Page 44Rebaz: keihard gemotiveerd zo, zei hij. Het wakkerde mijn nieuwsgierigheid aan. Ik werd alsmaar nieuwsgieriger. Als ik ergens wat opving, dan kroop ik achter de computer en zocht ik op internet meer informatie. Ik las het ene boek na het andere, schoof aan bij symposia en workshops. Zag ik op televisie een ondernemer of bankier die een inspirerend verhaal vertelde, dan moest ik er meteen alles van weten. Het werd me steeds duidelijker: zo goed en succesvol wil ik ook zijn.” Succes is lekker In de ogen van Rebaz is succes af te meten aan het geld dat het oplevert. Succes moet je ook laten zien, vindt hij. Dat moet je ervaren en uitstralen. Ik wil iedereen laten zien hoe goed het met me gaat.” In het calvinistische Nederland wordt daar al gauw laatdunkend over gedaan, maar dat kan Rebaz niet schelen. “Dat mensen hier zo besmuikt doen over geld. Over wat ze verdienen. Ik begrijp dat niet. In dat opzicht spiegel ik me liever aan de Amerikaan. Die vertelt wat hij verdient en krijgt de waardering die daarbij past. Van die mensen wil ik leren hoe ze dat doen!” Rebaz geniet ervan hoe bijvoorbeeld Amerikanen en Chinezen hun rijkdom vieren. “Ze laten zien wat ze waard zijn. En dat wordt ook bewonderd. Het leidt niet tot jaloezie maar wakkert juist de ambitie aan. Het is bereikbaar voor iedere sterveling.” Rebaz wil vooruit, dat mag duidelijk zijn. De opbrengsten van het taxibedrijf werden door hem en zijn broer gebruikt om verre reizen te maken. Geen vakanties. Reizen om te leren, om de nieuwsgierigheid te bevredigen, om geïnspireerd te maken. “Japan was het meest indrukwekkend. Tokio. We waren op het hoofdkantoor van Toshiba. Ik dacht dat wij, met onze studie en ons taxibedrijf, hard werkten. Maar dat is nog niks. Daar bij Toshiba in Tokio beginnen mensen om vijf uur ’s ochtends en gaan ze door tot acht uur ’s avonds. Dát is hard werken. Zo kom je dus ergens.” Waar die welhaast grenzeloze ambitie vandaan komt? “Van nieuwsgierigheid, ja. Dat zit gewoon in me. En mijn doel is succesvol te zijn. Daarvoor zet ik alles aan de kant. Of het met mijn achtergrond als vluchteling te maken heeft? Dat geloof ik niet. Ik zie dat niet iedereen met dezelfde historie die ambitie heeft. Sterker nog, ik ontdekte al snel dat ik niet in dat wereldje van vluchtelingen moest blijven hangen. Dat me dat niet verder brengt. Waar het wel vandaan komt, is – denk ik – mijn moeder. Onze moeder was een enorme stimulans. Zij had zo graag gestudeerd, maar meisjes mochten dat niet in Koerdistan. Ze heeft het er bij ons ingestampt: ‘Je moet naar school, je moet studeren, zo kom je verder’. Het hielp me in tijden dat het even wat minder ging. Op het hbo bijvoorbeeld, toen ik ontdekte dat ICT niet mijn richting was. ‘Als ik mijn diploma haal, mag jij hem aan de muur hangen’, grapte ik weleens tegen moeder. ‘Want eigenlijk is het jouw diploma.” l Rebaz samen met zijn broer Rebin in de tuin van hun ouderlijk huis in Sulaimanya in Iraaks-Koerdistan. “We verhuurden tafeltennis- tafels. De verliezer betaalde.” 15