onvoldoende beschreven bij oplevering. Er is geen handleiding voor het geheel.” Op het moment dat de fabrikant de trein levert, begint het puzzelen. De deadline is duidelijk: het moment waarop de trein in de dienstregeling wordt opgenomen. Daarvoor moeten allerlei tests en inspecties plaatsvinden. In die aanloopperiode moet NS ook ergens het opleidingsprogramma opstellen. “Eenduidige documentatie ontbreekt en de werkbeschrijvingen zijn nog volop in ontwikkeling. We moeten de instructeurs opleiden zonder dat nog vast staat wat de monteurs exact moeten gaan doen voor de verschillende onderhoudsbeurten. We moeten instructie geven wetende dat de documentatie niet compleet en definitief is. En dat allemaal onder tijdsdruk. Dat is knap lastig.” VROEGER EN NU Yvette vertelt dat vroeger leertrajecten vanuit het leercentrum in concept werden gemaakt en vervolgens aan de praktijkinstructeurs werden voorgelegd. Gaandeweg is er steeds meer samenwerking ontstaan, ook met de leverancier van de trein. “Nu doen we het echt samen, op locatie. Praktijkinstructeurs en leerbegeleiders bedenken samen opdrachten die heel scherp op de praktijk zijn toegespitst.” Daarnaast gebeurt de projectimplementatie ook in directe samenwerking met de productie. “1x per week zitten we met het hele projectteam, engineers vanuit NS Techniek, maar juist ook met het Onderhoudsbedrijf, in Leidschendam om alle openstaande issues te bespreken. Op die manier kunnen we snel verbanden leggen, vragen aan elkaar stellen en acties uitzetten,” vertelt Brechtje. “We zorgen er samen voor dat de Sprinter Nieuwe Generatie (SNG) straks commercieel kan rijden.” SMEEROLIE Over de inbreng van TriamFloat en met name de inzet van Brechtje zegt Yvette: “Ze weet, zonder alle technische ins- en outs van de trein te kennen, goed te laveren tussen alle niveaus. Zo kan zij scherp de issues richting het programmateam onder de aandacht brengen, goed afstemmen met het implementatieteam over de uitvoeringsplanning, maar ook de zorgen van de leerbegeleiders en praktijkinstructeurs overbrengen naar degenen die daar iets mee kunnen. Ook een goede communicatie, door onder meer een wekelijkse update aan alle betrokkenen te versturen, helpt om iedereen mee te krijgen en goed te informeren in de context die elke week weer verandert. Maar die veranderende context zorgt juist ook voor een boeiende en uitdagende opdracht.” ☞ E ind dit jaar introduceert NS een nieuwe generatie sprinters. Vanaf augustus krijgt NS voor de geaccepteerde treinstellen de verantwoordelijkheid voor het onderhoud. Daarvoor moeten mensen worden opgeleid. TriamFloaters Brechtje van Driel en Marcel van Dijk zijn daar nauw bij betrokken. Brechtje werkt al langere tijd voor de NS en is daardoor goed thuis in de business van de spoorwegmaatschappij. Samen met het Leercentrum van NS hebben Brechtje en Marcel het opleidingsprogramma opgesteld voor 150 monteurs van de service- en onderhoudsbedrijven. Het programma richt zich in eerste instantie op het professionaliseren van de praktijkinstructeurs, die vervolgens hun kennis en vaardigheden weer overdragen aan de monteurs op de trein. Zij leren voornamelijk door voordoen – samen doen – zelf doen. NIEUWE TIJD Brechtje: “Voorheen hadden we blokken van theorie en praktijk. Nu is dit meer geïntegreerd en zit TriamFloat met de praktijkinstructeurs letterlijk in de nieuwe trein. Hier kunnen ze met hun handen aan het materieel zitten. Ze zien met eigen ogen de verschillen tussen de bestaande treinstellen en de nieuwe.” Het schrijven van het opleidingsprogramma voor de monteurs doet Brechtje samen met de praktijkinstructeurs en leerbegeleiders (zij nemen ook de Proeve van Bekwaamheid af vanuit het leercentrum). “Vroeger gebeurde het ontwikkelen meer op afstand, in het Leercentrum van NS. Nu dus nog meer dan voorheen ‘op het werk’ en dus in de trein in dit geval.” Brechtje legt uit dat voor het opstellen van het opleidingsprogramma ook enkele eindgebruikers (monteurs) aanwezig zijn en ook een opleidingsmanager van de fabrikant van de nieuwe trein. “Dat is uniek en ontzettend handig.” TREIN IS GEEN KOELKAST Yvette Krul, opleidingskundig adviseur en scrum master bij NS Techniek: “Het lastige bij nieuwe treinen is dat nog niet alles bekend is. Het maken van een trein kun je niet vergelijken met bijvoorbeeld het maken van een koelkast, dat gebeurt eenvoudigweg aan een lopende band. Een trein is samengesteld uit onderdelen van diverse sub-leveranciers. De ene levert het koelsysteem, de ander de deuren, et cetera. De integratie van al die deelsystemen tot een werkende trein, staat doorgaans VOORDOEN, SAMEN MEE DE WERKVLOER OP ☞ magazine leren & ontwikkelen 18