Page 1 Page 2 Page 3 Page 4 Page 5 Page 6 Page 7 Page 8 Page 9 Page 10 Page 11 Page 12 Page 13 Page 14 Page 15 Page 16 Page 17 Page 18 Page 19 Page 20 Page 21 Page 22 Page 23 Page 24 Page 25 Page 26 Page 27 Page 28 Page 29 Page 30 Page 31 Page 32 Page 33 Page 34 Page 35 Page 36 Page 37 Page 38 Page 39 Page 40 Page 41 Page 42 Page 43 Page 44“Ik hou van direct en duidelijk” Zijn huidige opdrachtgever, een zeer grote organisatie, verwelkomt Marcels frisse blik. Maar dat wil niet zeggen dat de organisatie blind vaart op zijn advies. Het wordt ‘meegenomen’ en het resultaat kan zijn dat er helemaal niets met zijn advies gebeurt. Marcel begrijpt de dilemma’s die spelen bij grote concerns, maar hij zet er wel vraagtekens bij. “Waarborgen inbouwen is natuurlijk goed en begrijpelijk. De vraag is: wat waarborg je? Bij kwaliteit is dat een lastig ding. Structuren en stramienen veroorzaken ook starheid. En ze zijn aan slijtage onderhevig. Voordat je het weet gaan ze vele jaren mee zonder dat ze worden aangepast aan de razendsnelle vernieuwing in maatschappij en bedrijfsleven.” Volgens Marcel worden kwaliteitseisen van leerprogramma’s vaak te sterk vanuit een theoretisch perspectief benaderd. “Stramienen kloppen academisch en theoretisch perfect, alleen is uit het oog verloren dat ze bedoeld zijn voor bijvoorbeeld opleidingen voor mbo 2, 3 of 4 niveau. Vaak zijn de instructeurs zelf ook van dit niveau. Uitvoerders die hun collega’s moeten uitleggen hoe het zit. Als je die opzadelt met een onderwijskundig plan dan loopt het spaak. En dat is zonde want een opleiding die niet werkt is weggegooid geld.” De gebruikelijke aanpak is dat de opzet van een leerprogramma tot in de kleinste details wordt opgeschreven. “Theoretisch en praktisch. Bijna van minuut tot minuut wordt vastgesteld wat er moet gebeuren, “HOU HET PRAKTISCH!” inclusief uitleg over de achterliggende gedachte. Iemand die de les moet geven krijgt dat enorme boekwerk in handen. Over de inhoud van de les staat er niets in, want daar moet hij zelf invulling aan geven.” Een voorbeeld Marcel geeft een voorbeeld. Zijn opdrachtgever voert een nieuw vervoersmiddel in. “Een vervoersmiddel dat nog niemand kent, ook de eigen mensen niet. Alle onderhoudstaken moet het betreffende personeel nog worden aangeleerd. Dan hebben we het over veel verschillende onderdelen.” De opdrachtgever vraagt Marcel om hiervoor een leerplan op te zetten. Daarbij is hij gedwongen om te werken met de bestaande stramienen die de organisatie hanteert. “Het komt erop neer dat ik dan een dik boekwerk moet maken waarin niets staat over het nieuwe vervoersmiddel, maar heel veel over de didactische aanpak. Daar hebben die instructeurs niks mee. Het zijn praktijkmannen; die willen de inhoud in. Ze hebben ook niet de tijd om zo’n heel leerprogramma te bestuderen. Vandaar dat ik voorgesteld heb om een praktisch opdrachtenboek te maken. Je begint bij opdracht 1 en stap voor stap werk je door tot aan de laatste opdracht, dan heb je de opleiding af. Motiveer die mensen door het praktisch te houden. Daar worden ze blij van.” Goed bedacht van Marcel, en er was zeker ook waardering voor bij zijn opdrachtgever. Niet dat er meteen ‘ja’ tegen de nieuwe aanpak is gezegd maar ze gaan nu wel bekijken hoe de vaste standaard praktischer te maken is voor instructeurs. “Als L&D consultant zoek ik de grenzen op. Een klant heeft niets aan een consultant die ‘ja’ en ‘amen’ zegt. Als je een antwoord krijgt als: ‘zo doen we het hier altijd’, dan moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Het is de taak van een consultant om dan door te vragen. Die discussies zijn belangrijk. Zo kom je samen tot inzicht en vernieuwing.” l Marcel is geen ‘meeloper’. Werken is voor hem niet klakkeloos doen wat er wordt gevraagd. Hij wil zijn werk graag goed doen, liefst op zo’n praktisch mogelijke manier Anders gezegd: hij is geen man die graag dikke theoretische onderwijskundige leerprogramma’s schrijft. Hij zoekt liever naar de kortste weg naar het antwoord op de vraag. “Ik hou van direct en duidelijk.” 23